Verschillende redactionele standaarden gelden voor de inhoud voor alle publieken, ongeacht opleidingsniveau, expertise, leeftijd...
- De redacteurs maken eenvoudige, duidelijke, precieze en beknopte zinnen.
- In teksten die informatie brengen over te nemen stappen of teksten die die stappen beschrijven is er geen inleidende zin.Hier wordt enkel het strikt noodzakelijke geschreven.
- De woordenschat is ondubbelzinnig en eenduidig.
- Verouderde uitdrukkingen zijn uit den boze.
- Om een eenvormige terminologie te hebben, nemen de redacteurs trefwoorden uit gespecialiseerde teksten (juridische, wetenschappelijke teksten...) als die begrijpelijk zijn (in dat geval geen synoniem of vulgarisatie).
- Ze geven de voorkeur aan werkwoorden in plaats van zelfstandige naamwoorden, meer bepaald om een actie te beschrijven.
- Bijwoorden worden tot een minimum beperkt omdat ze vaak overbodig zijn.Doorgaans worden overbodige woorden geschrapt (we schrijven: "de termijn bedraagt" en niet "de na te leven termijn bedraagt").
- De redacteurs gebruiken bij voorkeur de tegenwoordige tijd.
- Ze gebruiken de actieve vorm.
- De gebiedende wijs wordt enkel gebruikt wanneer hij de boodschap dient, bijvoorbeeld om de lezer aan te zetten tot actie ("Vul het formulier in").
- De redacteurs gebruiken "u" of "je" (bijvoorbeeld bij kinderen) om zich tot iemand te richten met de bedoeling die persoon tot handelen aan te zetten.
- De teksten zijn bij voorkeur in de bevestigende vorm.
- Vragen die de leestijd verhogen zijn uit den boze, behalve bij FAQ's.
- Afkortingen worden best vermeden.
- Een letterwoord of een afkorting die voor de eerste maal op een pagina verschijnt, wordt voorafgegaan door de volledige benaming en wordt tussen haakjes geplaatst.
- Moeilijke termen worden in de tekst uitgelegd. Als er veel moeilijke woorden zijn, lassen de redacteurs een glossarium in.
- Relevante trefwoorden in het vet aanduiden, vergemakkelijkt het scannen van de pagina.Het trekt ook de aandacht (voorbeeld: titel van een boek).
- Cursieve letters zijn verboden omdat ze op een scherm moeilijk leesbaar zijn (behalve uitzonderingen van de wetenschappelijke terminologie).